video
projects
about us
coming up
kluster-cluster-kluster
kijken naar een performance van Trickster in Buro Rotterdam - door: Gilbert van Drunen

Jammer dat kluster volgens de Van Dale met een ‘c’ geschreven dient te worden.
Good-old-google vertelt me dat het wel met een ‘k’ kan; zou mooi zijn als het een verbastering was van klooster. Misschien is het dat ook, en is de ‘c’ een poging het ingewikkelde sacrale voor het meer aanvaardbare profane te verwisselen.
Kluster was ook ooit een zwaar Duits elektronisch improviserend muziekgezelschap dat zijn naam al snel met een ‘C’ ging schrijven. Waarom heb ik nooit kunnen achterhalen… Een lid verliet het gezelschap, geloof ik, toen moest het plots met een ‘C’. Het geluid werd direct toegankelijker. Alsof met de ‘K’ ook het sacrale verdween en er vanaf dat moment lekker profaan op los geclusterd mocht worden. Of speelden marketingachtige motieven een rol bij deze letterverwisseling? De drang naar de overzichtelijk clustering heb ik altijd met argusogen beschouwd. Zoals dat gecluster in verre warme landen… alle bakkers op een rij, alle slagers bij elkaar, meubelmakers, muziekwinkels, geldwisselaars, goudhandelaren… Niets geen monopolistische solitaire afzondering, nee, gewoon met z’n allen bovenop elkaar.
Ik ben op weg naar Buro Rotterdam waar die middag de dames van Trickster een performance zullen opvoeren. Trickster is een clustering van performance kunstenaars en theatermakers en maakt performances die heel gewoon beginnen met herkenbare alledaagse handelingen, zoals het lezen van een boek, het verplaatsen van tafels, of het oprollen van een tapijt, wat dan vrij improviserend uitdijt naar een steeds absurder wordende realiteit die door de dames zo alledaags mogelijk opgevoerd wordt.
Het is die dag koud en regenachtig. Buro Rotterdam ligt aan de Keileweg. Ooit clusterden hier talloze automobilisten rond wat dames van lichte zeden. In schuifelende koplampen draaiden de dames met strakke latexbillen en lichtgevende lippen een verleidelijke dans tussen de slingerende uitlaatgassen. Nu staan er een paar groene beelden van Atelier Van Lieshout op de voormalige afwerkplaats. Stille loodsen herinneren in de verte nog aan iets van een haven. Tuincentra en meubelboulevards dringen steeds verder de vroegere no-go area in. Ik parkeer mijn auto, nu in een gewoon parkeervak. Langs wat leegstaande loodsen wijst de beheerder de weg naar een deur. Oranje, ik had eigenlijk niets anders verwacht. Doodgewoon lag daar ook de zitzak voor de deur. Achter de deur stonden de dames van Trickster, vier deze keer. Er werd gelukkig nieuwjaar gekust. Goh een opening, ja met schilderijen, nee, nog nooit geweest…, ja vroeger, toen het Kunst en Complex heette, bestaat dat nog steeds? De dames clusterden vertrouwd om me heen.
En nee, natuurlijk had ik het niet door. Niet direct, toch. Wel net op tijd. De dodelijke vraag ‘Wanneer begint het?’ bleef gelukkig in het gebied van Broca in mijn temporale kwab hangen. Ik neem afstand en kijk naar de vier dames.
Kleur -zoals het dames betaamt- ik kan er niet omheen. Zachtgroen grijs naast diep ultramarijn blauw, koket rood over wrang oranje, gipswit, goudgeel: ze weten van wanten. En schuifelen, gespiegeld: zoals wij, de toeschouwers, dat doen. En zelfs pinda’s, want ja, wie papegaait hier nu wie? Ik ben direct in een goed kunstwerk en, zoals dat bij het aanschouwen van een goed kunstwerk in eerste instantie gaat, de associaties dringen zich op. Bill Viola natuurlijk… en ja vanwege al die kleuren zelfs ook een beetje James Coleman, Hélio Oiticica… Ik dompel me onder in de kunstgeschiedenis, mijn kunstgeschiedenis. En ik zie wat ik wil zien. Gestamel tussendoor. Door het gesleep met kleren even Boltanski… heel even Jim van der Woude, heel even gelukkig… langer Dieter Roth… aanmerkelijk langer zelfs, Daniel Spoerri, zelfs wat sociaal realisme (dat zullen de boodschappentassen wel geweest zijn).
Met de dames vlinder ik door de kunstgeschiedenis. Ik geniet. ‘Maar genieten is niet genoeg’ rammelt de calvinist in mij de katholiek wakker. Want wat zie ik hier? Hoe lang kan ik nog publiek blijven?

Het probleem met kunst lijkt nu, dat ze als reservoir voor fantastische ideeën links en rechts ingehaald wordt door de denkbeelden van krankzinnige bankiers en de beeldtaal van sluwe televisiemakers. Die laten doorgaans een veel indringender beeld zien van het gedoe nu, dan, laten we zeggen kunstenaars als Gabriel Lester of Jeff Wall. Maar waarom verhoud ik me liever tot Lester of Wall, of Trickster? Waarom sla ik ieder uitnodiging voor een fondue met een soort van John de Mol af? Met alle gevolgen van dien. Is dat slechts een keuze van aangename actualiteit gelegitimeerd door gemakzuchtige kortzichtigheid? Want immers: ik geniet. De dames schuifelen gelukkig door. Blokkeren zelfs net iets te lang de doorgang naar de bar. Zetten zo het genot ‘on hold’.
Schaamte komt om de hoek, want ja: ik durf er niet langs. De kunst blokkeert de weg naar de troost. Dat is in de geschiedenis wel anders geweest! De onmogelijkheid om te vluchten in consumptie drukt me met de neus op de beweegredenen van de dames.
De vraag of het publiek begreep wat hier op deze kunstplek gebeurde werd centraal gesteld! Immers: ik kon als toeschouwer altijd mijn kennis en mijn inzicht gebruiken om dat wat ik zag te ‘elimineren’. En nu hadden de dames het lastiger gemaakt, door juist het gereedschap om te kunnen elimineren onbereikbaar te maken: zonder een morele uitspraak te doen werd ik doodgewoon gedwongen te wachten met de volgende bestelling. En het werd nog erger. Ik had, ja, mijn dochter bij me. Want als er iets is wat me met de collectivitaire inzichten verbindt, dan is het mijn nageslacht. En bovendien: er is, denk ik, geen ander fenomeen denkbaar dan dochters, om dichter bij het oer-ene te komen. Boven welk glas wijn dan ook. Dochter en blokkade dwongen me stil te zijn.

Ik zag ze schuifelen, langs de tentoongestelde schilderijen, langs het publiek, waarmee schijnbaar contact gezocht werd door schijnbaar tot in het oneindige te vragen “Wil je een pinda?”.
Maar, er was geen contact met het of zelfs een publiek…Heel even wierp een van de dames een blik op het publiek; als een buurvrouw die opkijkt om te zien of de omgeving haar gesprek met vriendinnen kan horen. Het publiek was inmiddels verbannen, maar ik werd door die blik naar de schoot van Pontormo gebracht. Ik nam deel aan de visitatie. Ik zag de dames langzaam, maar ‘zelf’verzekerd, hun rug naar het publiek keren. Alleen specialisten waren nog welkom. Ik was welkom. En de dames zonder ik stelden me gerust.















CLUSTER @ Three Channels, BuroRotterdam
5 januari 2013, photography: Koos Siep
contact
subscribe